Genomineerde schrijvers aan het woord

Tijdens het Debutantenbal op 6 februari (koop kaarten), wordt de ECI Debutantenprijs 2016 uitgereikt. De longlist van tien genomineerden is bekend. Hoelang schrijven deze schrijvers al? Schrijven ze met een doel? En wat hebben ze nodig om te schrijven? Een interview met Irma Röder, Alec van der Horst, Wim Bax, Georges Martin, Aileen van der Brink, Cora Sakalli- Rijnsburger, Tineke van Onckelen, Helge Bonset en E.J.A. Spil.

Irma Röder (51):
Verhaal: ‘In therapie: De man met de aktetas

“In China schreef ik elke week een verhaal, doordat ik mezelf een deadline oplegde.”

– Hoelang schrijf je al?

‘Sinds 2013, het jaar dat ik een sabbatical nam en een jaar lang in China verbleef. Daar heb ik ontdekt dat schrijven mij ligt en dat ik het ontzettend leuk en inspirerend vind om te doen.’

– Met welk doel schrijf je?

‘Om mensen te inspireren, aan het denken en voelen te zetten. Net zoals ik in mijn werk als psycholoog doe, maar met schrijven bereik ik meer mensen.’

– Hoe ontwikkel jij je schrijftalent?

‘Ik heb vorig jaar een cursus non-fictie gedaan en schrijf veel met een vriendin en een vriend die ook schrijven en cursussen volgen, we becommentariëren elkaars stukken. Dit wil ik blijven doen.’

– Wat heb je nog meer nodig, als je aan het schrijven bent?

‘Een deadline, in China schreef ik elke week een verhaal, doordat ik mezelf die deadline oplegde. Hier in Nederland is dat moeilijker door mijn drukke baan. Het zou mij helpen om een uitgever of begeleider te hebben die mij stimuleert en deadlines geeft.’

124533-CIMG4598-670x300

Alec van der Horst (44):
Verhaal:  IJs

“Ik schrijf om de duivel uit te drijven.”

– Hoelang schrijf je al?

‘Met tussenpozen een jaar of vijftien.’

– Was er een specifieke aanleiding ?

‘Fascinatie voor boeken van andere mensen.’

– Met welk doel schrijf je?

‘Uit mezelf breken, duiveluitdrijving, iets moois en waars schrijven.’

– Hoe ontwikkel jij je schrijftalent?

‘Door de kunst bij anderen af te kijken. Door te analyseren wat me bij schrijvers bevalt en vooral niet bevalt.’

– Wat doe je naast je schrijfactiviteiten (als werk of ter ontspanning?)

‘Ik verdien mijn geld als gids.’

– Wat heb je nog meer nodig, als je aan het schrijven bent?

‘Soms rust, soms onrust.’

129126-image-670x300

Wim Bax:
Verhaal: Kruis

‘Ik heb meer weg van een typgeit…’

– Hoelang schrijf je al?

‘Toen ik elf jaar oud was, schreef ik op de lagere school een verhaal dat werd uitgekozen om verfilmd te worden voor een televisieprogramma. Toen ontdekte ik hoe leuk ik het vond om m’n fantasie te gebruiken en verhalen te verzinnen.

Sinds 2004 ben ik professioneel aan het werk als scenarioschrijver. Sinds een half jaar ben ik me serieus aan het richten op het schrijven van proza.’

– Was er een specifieke aanleiding ?

‘Wel om proza te gaan schrijven. Een scenario is een halfproduct; er is nog een hele cast en crew nodig om het eindproduct te realiseren en op dat proces heb je als scenarist maar beperkt controle. Ik wilde heel graag een keer zelf de ‘regie’ in handen houden; vanaf het allereerste idee tot en met het afgeronde verhaal.’

– Wat doe je naast je schrijfactiviteiten?

‘Naast m’n werk als scenarioschrijver ben ik ook werkzaam als (rollenspel-)acteur bij assessments en coaching, en af en toe in een commercial of tv-serie. Ter ontspanning ben ik gek op alles wat met eten te maken heeft. En als broodnodige tegenhanger daarvan sport ik: bokstraining en hardlopen.’

– Wat heb je nog meer nodig, als je aan het schrijven bent?

‘Vooral regelmaat en discipline: ik schrijf het beste als ik ’s ochtends op tijd begin en een paar uur ongestoord kan doorwerken. Wat dat betreft is het romantische beeld van de schrijver die tot diep in de nacht zit te zwoegen met een fles whisky en een slof sigaretten helaas niet op mij van toepassing; ik heb meer weg van een typgeit…’

125917-IJzer22-670x300

Georges Martin:
Verhaal: Dorp van mijn grootvader

” Ik heb geen Grote Boodschap te verkondigen; ook geen kleine trouwens.”

– Hoelang schrijf je al?

‘Ik werd als kind heel vroeg gestimuleerd om veel te lezen en ik had een moeder die fantastisch kon vertellen. Later schreef ik artikels, kortverhalen en gedichten voor studentenbladen, faculteitstijdschriften en een aantal obscure Vlaamse literaire tijdschriften.’

 ‘Sinds iets meer dan twee jaar schrijf ik aan een verhaal dat aan het  uitgroeien is tot een roman: een combinatie van een soort gothic novel-light en een familiekroniek, waarin nogal wat autobiografische en maatschappijkritische elementen zitten. Zelf vind ik het een vrij bizarre constructie.’

– Was er een specifieke aanleiding ?

‘Ik werd werkloos en plots had ik oceanen van tijd. Ik wist meteen dat ik moest schrijven en dacht: als je er nu niet aan begint Georges, dan komt het er nooit meer van.

Ik leek een beetje op de uit de betovering ontwaakte stadhouder van Minas Tirith in TLOTR, en ontdekte dat schrijven het liefste is wat ik doe. Ik had alleen niet verwacht dat het zo ambachtelijk is en veel discipline en doorzettingsvermogen vergt.’

– Met welk doel schrijf je?

‘Puur om het plezier van het verhalen vertellen. Ik heb geen Grote Boodschap te verkondigen; ook geen kleine trouwens. Ik schrijf over de wereld en de mensen zoals ik ze waarneem.’

– Hoe ontwikkel jij je schrijftalent?

‘Ik lees veel: constant liggen er vier of vijf boeken open. En ik heb al eens een schrijfcursus gevolgd, ook bij Editio. Als iets me treft in een tekst, dan bestudeer ik de techniek van de schrijver. Stilistisch heb ik eindelijk zoiets als een eigen modus gevonden door heel veel te schrijven en voortdurend bij te schaven.’

– Wat doe je naast je schrijfactiviteiten?

‘Professioneel ben ik een procesmanager/directievoerder. Verder heb ik een paar doordeweekse hobby’s zoals koken voor gevorderden en lange wandelingen maken met mijn hond.’

schrijfwedstrijd71

Aileen van den Brink (24)
Verhaal: De buren

“Ik vroeg aan Herman Koch wat zijn grootste schrijverstip aan mij was. Hij zei dat ik eerst maar eens ouder moest worden. De groeten, Herman!”

– Hoelang schrijf je al?

‘Ik schrijf al zolang ik me kan herinneren. In groep 8 heb ik de schoolmusical voor onze klas geschreven, die we toen ook hebben gespeeld. Ik verdien nu mijn brood met het schrijven van online teksten bij een groot bedrijf waar ik fulltime werk en in mijn vrije tijd train ik (wado) karate voor het EK, omdat ik in het Nederlandse team zit.’

– Was er een specifieke aanleiding?

‘Ik schrijf voornamelijk omdat het kriebelt als ik het niet doe. Om het te omschrijven met een jeukwoord: het is een passie. Een duidelijk doel heb ik nog niet voor ogen, maar ik zou graag een boek uitgeven. Mijn grote held is Knausgård, omdat ik hou van pijnlijk direct schrijven.

Eén van de lastigste dingen van schrijven vind ik het overzicht behouden als je zo’n 100 pagina’s hebt. En een writer’s block, natuurlijk, maar die weet ik vaak weg te werken door naar muziek te luisteren.’

– Doe je vaker aan wedstrijden mee?

‘Vorig jaar heb ik ook meegedaan met deze wedstrijd. Tijdens het Debutantenbal vroeg ik aan Herman Koch wat zijn grootste schrijverstip aan mij was. Hij zei dat ik eerst maar eens ouder moest worden. Dat ontmoedigde me. Moet je een bepaalde leeftijd hebben om goede verhalen te schrijven? Nu ik genomineerd ben, kan ik er alleen maar om lachen als ik eraan terugdenk. De groeten, Herman!’

128121-Bij-Een-brommer-cadeau-670x300

Cora Sakalli- Rijnsburger (33)
Verhaal: Een brommer cadeau

“Een bedenksel krijgt pas echt goed vorm als je hem op papier zet.”

– Hoelang schrijf je al?

‘Sinds ik kan schrijven, werk ik altijd wel aan een verhaal. Soms intensief, soms amper. Zeker nu ik een kleuter, peuter én baby heb, komt er minder van het schrijven dan ik graag zou zien. Aan de andere kant: van zwangerschap tot schoolpleinsores, het levert naast veel plezier ook mooie aantekeningen op. Er zit alleen wat vertraging op de uitwerking ervan.’

– Was er een specifieke aanleiding ?

‘Niet echt. Een grote dosis fantasie, natuurlijke aanleg voor pessimisme en een opleiding Filosofie op zak, resulteren samen in een overschot aan bedenksels.’

 Met welk doel schrijf je?

‘Mijn ervaring is dat een bedenksel pas echt goed vorm krijgt als je hem op papier zet. Dat voor elkaar krijgen is als puzzelen. Je hebt pas rust als het gelukt is.’

– Hoe ontwikkel jij je schrijftalent?

‘Gewoon doen. Gaan zitten en schrijven. En lezen over schrijven, dat helpt ook. Ik ben ervan overtuigd dat het organiseren van feedback elk talent kan aanscherpen. Ik vind het zelf nog lastig om dat vorm te geven: vooralsnog ben ik mijn enige lezer en recensent.’

128938-mos-met-paddenstoel-670x300-2

Tineke van Onckelen (32)
Verhaal: Het Bakje

‘Ik typ dagelijks. En ik probeer vooral veel uit. Ik denk dat dat het enige is wat je kunt doen.’

– Hoelang schrijf je al?

‘Een goede vriendin van mij zei ooit ‘Je hebt altijd alles opgegeven in je leven buiten het schrijven, blijf dat dus maar gewoon doen.’ Ik heb geen idee hoelang ik dit al doe, er zijn altijd al verhalen geweest.’

– Was er een specifieke aanleiding ?

‘Een bepaalde les in het eerste leerjaar die ging over de letter A. Daarna volgde B, toen C en toen bleef het maar komen. De grote ontdekking was echter dat wanneer je bepaalde combinaties maakte, anderen ook effectief begrepen wat je bedoelde. Die dag heb ik mijn macht ontdekt.’

– Doe je vaker aan wedstrijden mee?

‘Niet zo vaak eigenlijk. De enige wedstrijd die ik ooit gewonnen heb was er een van Flair, het enige wat ik daarvoor moest doen was een briefkaart opsturen (het was in de jaren 90, toen Roxette nog populair was). Ik was heel blij met mijn gewonnen parfum! Daarna volgde nederlaag na nederlaag na nederlaag. Tot ik stopte met Flair te kopen.’

– Hoe ontwikkel jij je schrijftalent?

‘Ik typ dagelijks. En ik probeer vooral veel uit. Ik denk dat dat het enige is wat je kunt doen.’

– Wat heb je nog meer nodig, als je aan het schrijven bent?

‘Inzicht, een goede zin waaruit een gans verhaal ontstaat, dat zijn de topmomenten. En rust in mijn hoofd in plaats van hersenen zou soms ook een hulp zijn.’

paint

Helge Bonset
Verhaal: Afscheidsfotografie

“Als een verhaal af is en ik ben er tevreden over, krijg ik de behoefte dat het gelezen wordt.”

– Hoelang schrijf je al?

‘Schrijven doe ik al sinds mijn elfde, of misschien nog wel eerder. Vooral toen ik jong was, heb ik alle genres geprobeerd, tot en met het gedicht, het cabaret en het hoorspel.

– Was er een specifieke aanleiding?

‘Niet voor het schrijven in het algemeen; dat zat me in het bloed. Wel voor het schrijven van verhalen. Die specifieke aanleiding was een wedstrijd van De Volkskrant en uitgeverij Querido in 2012, waarbij een fragment uit de nalatenschap van Hella Haasse (“Het Veld”) moest worden voltooid. Ik heb de wedstrijd niet gewonnen, maar het fragment van wijlen Haasse stimuleerde mijn fantasie dusdanig dat ik het niet eén keer heb voltooid maar veertien keer, met steeds wisselende personages, tijd, ruimte en perspectief. [In eigen beheer uitgegeven: Veertien variaties op “Het Veld,” 2013)]

Na de études rond Het Veld kreeg ik zin weer helemaal zelf verhalen te gaan schrijven, zonder gegeven begin. Afscheidsfotografie is een van die verhalen, evenals het vorig jaar door de Editio-jury genomineerde Konijnenbelangen. Twee verhalen hebben intussen in Hollands Maandblad gestaan: Nijlpaard op Loosdrecht en Niet met dieren (dit is Konijnenbelangen met een nieuwe titel).

– Met welk doel schrijf je?

‘Als het verhaal af is en ik ben er tevreden over, krijg ik de behoefte dat het gelezen wordt. Het zou veel makkelijker zijn als ik die behoefte niet had en het rustig in een la legde, maar zo werkt het helaas niet. Ik stuur het naar een stuk of vijftien vrienden en familieleden, en die reageren erop. Ook daar zou ik het bij kunnen laten, maar waarschijnlijk heb ik daarvoor toch teveel manifestatiedrang. En dan komt dus het doel van publiceren in het vizier: in tijdschriften staan, aan wedstrijden meedoen, een uitgever zoeken…’ 

il_fullxfull.410067326_kd19-e1453133240592

E.J.A. Spil (38)
Gedicht: Opruimen

‘Ik wil de lezer iets aangeven, wat toch zachtjes steeds weer uit zijn handen glipt.’

– Hoelang schrijf je al?

‘Het loopt vanaf mijn 10e jaar als een soort rode draad door mijn leven, het lezen gevolgd door het schrijven. Het is begonnen met verhaaltjes schrijven, kwam via tekstschrijven uit bij de poëzie, waar ik nog steeds sta. Met de poëzie ben nu ongeveer 18 jaar bezig.’

 

– Met welk doel schrijf je?

‘Om verheldering te krijgen, orde en samenhang, maar toch ook te realiseren dat ook dat constructie is, waarachter chaos schuilt, de duisternis die bij de literatuur hoort. Poëzie is ook constructie, een verhaal in het klein (de aanzet ervan), die verlengd/vergroot of gevormd wordt in “de geest” van de lezer. Eigenlijk is poëzie een soort verdichte vorm van proza.

Met heldere duidelijke taal, voornamelijk beeldtaal, wil ik de lezer iets aangeven, wat toch zachtjes steeds weer uit zijn handen glipt. Dus na verheldering, komt duisternis. Verder zijn er nog legio andere doelen. Zoals op de lange termijn publiceren (een eigen bundel).’

– Hoe ontwikkel jij je schrijftalent?

‘Ik probeer vooral erg kritisch te zijn over wat ik schrijf. Achter een gedicht wat “af” is, staan vaak talloze andere versies. Soms plaats ik een gedicht op Literair Werk. Daar krijg ik zo af en toe waardevolle feedback. Toch vind ik dat een schrijver het hoofdzakelijk op eigen kracht moet doen. Lezen, voordat ik het vergeet, is ook onlosmakelijk verbonden met ontwikkeling.’

– Wat heb je nog meer nodig, als je aan het schrijven bent?

‘Een soort “schrijversroes”, waar alle concentratie gericht is op het gedicht in wording, een afgesloten zijn van alles om mij heen. Het voelt als een levenskracht, een drift, die door mijn lichaam gaat. En daarna, na de roes, een kritisch oog die selecteert en het kaf van de koren scheidt.’