Schrijfwedstrijd 2016

De winnaars van de ECI publieksprijs 2016

Publieksprijs: Rudy Hafkenscheid met 2388 likes voor zijn poetry slam ‘Hart
Vakjuryprijs: Alec van der Horst met zijn fictie-verhaal ‘IJS

Vakjury 2016: Arjen Fortuin (NRC Handelsblad), Daphne de Heer (SLAA), Thomas Verbogt (Editio), Auke Kok (Editio), Ellen Deckwitz (slam poetry/NRC Handelsblad) en Shira Keller (Debutant, roman ‘M’ verscheen bij Podium)

Juryrapport 2016

Laten we voor het idee eens stellen dat schrijven een sport is, waarbij het winnen van grote internationale prijzen als de Nobelprijs voor literatuur schrijven op Olympisch niveau is; het toegekend krijgen van de P.C. Hooftprijs gelijkstaat aan Sportman of –vrouw van het jaar worden, en het winnen van een ECI- of Libris Literatuurprijs aan het behalen van een Nationaal kampioenschap. Het meedoen aan verhalenwedstrijden staat in deze vergelijking gelijk aan de fanatieke recreatiesporter die meedoet aan de Dam-tot-Damloop of elk jaar het Rondje IJsselmeer fietst. In deze categorie streeft men maar 1 doel na: zichzelf continu verbeteren.

Als jury kunnen wij ons voorstellen dat dit een goede reden is om mee te doen aan verhalenwedstrijden, het zijn oefenwedstrijden, die niet per se tot een professionele schrijfcarrière hoeven te leiden, maar wel de lol van het schrijven vergroten. Bovendien is er altijd de spanning van het verbreken van een persoonlijk record, en kan het winnen van zo’n wedstrijd de interesse van allerhande literaire scouts opwekken. Maar laten we vanavond behalve jury ook een klein beetje coach zijn, en daarom ook wat aanmoedigende doch kritische woorden uiten, voor we daarna vrolijk overgaan naar de lofzang op de inzendingen die er wat ons betreft uitsprongen.

521 inzendingen kregen we binnen, het merendeel proza, een stapel non-fictie, en een stapeltje poëzie. Het was een hoop, en veel inzendingen misten nog een soepele tred en een lenige verhaalstijl. We misten af en toe wat doorzettingsvermogen, we struikelden iets te vaak over onaffe ideetjes die haastig op papier waren gezet waarna er, gewend als we zijn na elke zin die we op onze smartphone tikken op send te drukken, tevreden een punt werd gezet en werd ingestuurd. Ons poëzie-jurylid zei vanuit haar dug-out dit: aan alle dichters in spe zou ik het volgende willen meegeven: een gedicht is geen profetie, het hoeft niet te rijmen en het mag zoveel meer zijn dan een reeks meningen of een stortvloed aan gevoel. Het gaat ook om beelden oproepen, en om alles zo trefzeker mogelijk uit te drukken.

Lieve schrijvers van Nederland, maak het de jury toch iets moeilijker! Train zo hard dat we niet 1 maar 521 winnaars moeten uitroepen! Maak een schema voor jezelf dat opgebouwd is uit deze onderdelen: lezen, lezen, lezen, schrijven, schrijven, schrijven, schrappen, huilen, lezen, schrijven, schaven, zweten, zuchten en dan uitgeput op send drukken.

Goed, tot zover het stukje constructieve strengheid. Natuurlijk heeft de jury, bestaande uit Thomas Verbogt, Arjen Fortuin, Shira Keller, Ellen Deckwitz, Auke Kok en ikzelve, ook veel plezierige momenten beleefd tijdens het lezen. We hebben zelfs nog flink moeten soebatten over de uiteindelijke winnaar. De shortlist met 10 titels, waarvan 8 proza, 1 non-fictie en 1 poëzie is al eerder bekend gemaakt, ik ga deze lijst nu terugbrengen tot een top 4.

Het gaat om deze vier titels, in willekeurige volgorde lees ik kort voor waarom ze de jury imponeerden om vervolgens de winnaar bekend te maken.

  1. Dorp van mijn grootvader – Georges Martin (non-fictie)

Een rijk geschakeerd verhaal over een dorp, een kroeg, een machtige en mysterieuze monstersnoek. Georges Martin laat zien dat hij kan schilderen met woorden, de jury heeft erg genoten van deze mooie, pure vertelling.

  1. Het bakje – Tineke van Onckelen (fictie)

In Het bakje gebeurt eigenlijk slechts dit: een bakje eten verandert in de loop der tijd op zeer plastisch beschreven wijze van gedaante–met alle gevolgen vandien. De humor en trefzekerheid van de Van Onckelen maken dat de lezer tot de laatste regel geobsedeerd blijft door het betreffende bakje. Waarbij de slotzin de jury overigens diep bleek te verdelen [maar dat hoort de betere literatuur misschien ook wel te doen]

  1. IJs – Alec van der Horst (fictie)

Vanaf de eerste zin word je als lezer in deze moderne Marcellus Emants-vertelling gesleurd waarin meteen duidelijk is wat er op het spel staat. De hoofdpersoon dwingt betrokkenheid af. IJs is een strakke vertelling, de (beperkte) ruimte wordt optimaal benut om de lezer met vaste hand naar het onvermijdelijke tragische einde te leiden.

  1. Opruimen (poëzie) – EJA Spil

Melancholie en een diep besef van vergankelijkheid gaan schuil achter de mooie regels ‘Nu ik de posters weghaal / blijven er lichte plekken over/ op zijn racewagenbehang’. Iets is voorgoed verdwenen, een stuk leven dat nooit meer terug al keren. Een parel te midden van veel misbegrepen pogingen tot poëzie.

Het tromroffelmoment: wie o wie mag zich de vakjurywinnaar noemen van de tweede ECI-Debutantenprijs?

Na lang beraad heeft de jury besloten dat de prijs gaat naar een verhaal dat uitblonk in compositie en op doelgerichte wijze een onverbiddelijke daad aan een onverbiddelijk einde koppelde. De winnaar van de ECI Debutantenprijs 2016 is Alec van der Horst met het verhaal IJS.

Het debutantenbal is een initiatief van CPNB, DeBalie, Editio, NRC en SLAA. De Debutantenprijs wordt mogelijk gemaakt door ECI

Ook een keer meedoen met de schrijfwedstrijd? Schrijf je in voor de nieuwsbrief en we houden je op de hoogte!

Zie hier de top 10 genomineerden!

Video’s Het Debutantenbal 6 februari 2016