Fragment: Onder verdenking

Een fragment uit Onder Verdenking, deel 1 van de nog ongepubliceerde literaire thriller-reeks van Eric Oosthoek.

De serie draait om het werk van twee crime-fighters: Maarten Severyn, tactisch rechercheur bij Politie Amsterdam-Amstelland en Lydia Swart, officier van justitie bij het arrondissementsparket van het Openbaar Ministerie in Amsterdam.

 

Tegenover de lift op de tweede verdieping stond een onderhoudssteiger met bouwmateriaal. Vandaar kon hij zowel de hellingbaan als de lift, de trap en de donkerblauwe BMW zien. Hij besloot niet langer dan een uur te wachten, dan zou hij gaan eten. Drie kwartier lang gebeurde er vrijwel niets. Eén keer parkeerde er een auto, een andere keer vertrok er een. Tot een kleine Renault-bestelwagen de hellingbaan op kwam en dichtbij de BMW parkeerde. Er stapten twee mannen uit. Noord-Afrikaans uiterlijk, werkkleding. Een van hen keek om zich heen en haalde iets uit zijn zak. Maarten hoorde een klik, het linkerportier van de BMW sprong van het slot en de alarmlichten knipperden twee keer. De mannen stapten in, de auto werd gestart en reed langzaam de hellingbaan af.
…..Maarten liep naar de Renault om het kenteken te noteren, keek naar binnen en schrok zich een ongeluk. In de laadruimte ging een grote herdershond als een gek tegen hem te keer. De mannen in de BMW hadden het helse geblaf ook gehoord. De auto stopte halverwege de hellingbaan, een van de mannen stapte uit en liep terug naar boven.       …..Maarten zag nog net hoe hij een stiletto openklapte en dook weg in de sleuf achter een pallet met bouwmateriaal. Meer dan veertig centimeter ruimte had hij niet.
…..Zijn hart bonsde, hij vervloekte zichzelf en voelde zich een amateur.
…..Wat deed hij hier in godsnaam?
…..Wanneer had hij voor het laatst zijn dienstwapen in handen gehad?
…..Als die man de hond losliet was het einde oefening.
…..Hij hoorde hoe de BMW langzaam achteruit terug reed en hoe de man met de stiletto de hond kalmeerde in een taal die hij niet verstond. Eindelijk ging het woeste geblaf over in zacht gejank. Voetstappen kwamen in zijn richting, de man liep om auto’s heen, scheen met de lantaarn-app van zijn telefoon onder de auto’s door. Hij kwam zo dichtbij dat Maarten zijn zachte adem kon horen. De lichtbundel dwaalde over het bouwmateriaal, schampte zijn achterhoofd.
…..Maarten wilde voorzichtig zijn mobiel pakken, zonder te bewegen Jelle’s nummer intoetsen, een lijn openzetten, zodat zijn maat mee zou luisteren met wat er gebeuren ging.
…..Klassiek gerinkel.
…..Paniek.
…..Zijn telefoon ging.
…..Nee, toch niet. Hij voelde dat het niet die van hemzelf was, goddank. Hoorde het nu ook. Het licht zwiepte weg, de man nam op, mompelde iets en liep terug naar de auto. Pas toen de BMW de hellingbaan af reed durfde Maarten weer adem te halen.

In een klein Italiaans restaurantje niet ver van zijn hotel kwam hij weer wat tot rust. Tijdens het eten maakte hij wat aantekeningen. Wekelijkse transporten, het hele jaar door, tussen Marokko en Nederland. Hasj, het kon niet anders. Heenweg, terugweg. Iemand die xtc smokkelde, kon ook hasj smokkelen. BMW’s met stashes, vrachtwagens met een dubbele laadvloer, veel verschil maakte het niet.

Vanuit de Marais terug naar het Alhambra was Maarten in een park op een bank gaan zitten en had Jikke gebeld. De herinneringen aan zijn eerdere bezoeken aan Parijs hadden hem aan Anne’s zus doen denken. Het had hem opgelucht, hij had al veel eerder moeten bellen. Ze zei dat ze het soms heel moeilijk had, maar dat ze in ieder geval weer redelijk sliep. Jikke zei dat ze jaloers was, zij kon nou nooit even op en neer naar Parijs voor haar werk. Maarten stelde voor om zodra hij tijd had samen te gaan eten.

In het hotel lag er een berichtje voor hem van Margot. Ze schreef dat het hotel een goede klant was van de exploitant van de parkeergarage en had de firma per mail gevraagd om een uitdraai van de in- en uitrijtijden van de betreffende parkeerkaartjes. Ze zou het resultaat naar zijn mailadres op de Kabelweg in Amsterdam sturen en wenste hem een goede terugreis.
…..Terug op zijn kamer ontdekte Maarten tot zijn verrassing achterin de minibar twee kleine flesjes Ierse whiskey. Hij zapte wat langs de verschillende netten en bleef hangen bij een oude registratie van Salomé in de scala van Milaan. Wie ik liefheb, moet ik doden. Hij dacht aan de Park-zaak. Het duurde lang voor hij in slaap viel.

De Thalys deed probleemloos zijn best. De trein passeerde Hoofddorp en minderde vaart, ze reden de Schipholtunnel binnen. Het was kwart over twee. Maarten schrok op, zijn mobiel ging over. Jelle klonk dwingend.
…..‘Ronny Wegter is geliquideerd.’
…..Het drong eerst niet tot hem door, een ontploffing zonder geluid.
…..‘Maarten, ben je daar nog? Ronny Wegter is geliquideerd.’
…..‘Ja, ik hoor je.’ Te laat, dacht Maarten, ik heb het verkloot, ben verdomme te laat.
…..‘Je moet hierheen komen. Waar zit je?’
…..‘In de trein, vlak voor Schiphol.’ Hij dacht aan Anne.
…..‘Wegter zat vast. Waar is het gebeurd?’
…..‘Zo ongeveer op de stoep van de Bijlmerbajes. Hij liep naar het metrostation Spaklerweg, over het fietspad aan de noordkant van het complex.’
…..‘Verlof? Zo snel al?’
…..‘Kraambezoek. Zijn vriendin is dinsdag bevallen van een dochter.’
…..Ronny zou de eerste zaterdag na de bevalling al met weekendverlof mogen.
…..‘Daders?’
…..‘Twee mannen op een motorscooter. Volgens passanten had de passagier een weekendtas op schoot. Hij schoot dwars door die tas heen. Volgens een bewaarder die ook op weg was naar de metro klonk het als een kalasjnikov. Maar ja, dat roept tegenwoordig iedereen die in Amsterdam een paar knallen hoort.’
…..Maarten hield niet van schieten, hij had nog nooit het geluid van een kalasjnikov gehoord.
…..‘Stap over op Schiphol. Ik kom naar Sloterdijk. Daar wacht ik op je.’

Te laat. Dat was het overheersende gevoel. Mislukt, doel gemist, hij kon stoppen met waar hij mee bezig was. Na een paar minuten realiseerde hij zich dat zijn onderzoek voorlopig nog niet voorbij zou zijn. Mensen die met een kalasjnikov om zich heen schoten dienden gestopt te worden. Radi moest gestopt worden, die hele organisatie opgerold.
…..De Thalys remde af en kwam tot stilstand. Tien minuten. De sprinter stond klaar aan de overkant van het perron. Hij had nog tien minuten om te bedenken wat hij zou zeggen. En wat hij zou verzwijgen. Voorlopig.

Jelle stond voor het Holiday Inn geparkeerd en knipperde met de koplampen. Maarten stapte in en wachtte af.
…..‘De melding kwam om 11:53 uur binnen. Die bewaarder belde als eerste. Ik heb de registratie van het meldgesprek uitgeluisterd. Hij zei dat Wegter alleen op het fietspad liep, aan de kant van de sloperij. De man zag hoe hij ingehaald werd door twee mannen op een scooter. Ze droegen integraalhelmen. Wegter is meermalen geraakt in zijn bovenlichaam. Na het eerste salvo zijn ze gestopt en is hij door zijn hoofd geschoten.’
…..Maarten voelde een vaag gevoel van triomf. Dit was het bewijs dat Wegter bij iets groots betrokken was. Wraak, een brute moord, daar begon je alleen aan als er reden voor was. Hartogh, Wegter, Goossens en de MDMA-rip. Hartogh werkte voor Benzekri, Wegter werkte voor Radi, Goossens voor zichzelf en de buit was voor de Antwerpse concurrentie.
…..‘Er is een team samengesteld dat werkt vanuit Schiphol. De Pietersbergweg in Zuid-Oost zat vol. Sieto Altena is onderzoeksleider, Saskia Hesseling zaaksofficier.’
…..Maarten knikte. Een zwaar team, hij had niet anders verwacht. Ook zijn bazen vonden het een belangrijke zaak. Hij keek even naar Jelle en dacht na.
…..‘Het lichaam zal vanavond wel naar Den Haag gaan. Kun jij onderlangs informeren wie het onderzoek op de plaats delict heeft gedaan?’
…..Jelle knikte.
…..‘Ik veronderstel dat je achter Wegter aan zat? Moest je voor hem naar Drenthe?’
…..Maarten knikte.
…..‘Ik heb vanaf de dag dat ik hem zag het gevoel dat er meer met die man aan de hand was. Nu krijg ik gelijk.’
…..‘En nou wil je achter de daders aan?’
…..‘Niet speciaal. Maar het zou helpen als ik weet in wiens opdracht dit gebeurd is.’
…..Jelle keek zorgelijk.
…..‘Jij moet vér weg blijven van deze zaak. Je bent betrokken en bevooroordeeld.’
…..‘Klopt. Én ik heb een motief.’
…..Jelle glimlachte. Hij stopte voor de groene poort achter het politiebureau op de Kabelweg, opende het portierraam en hield zijn pasje voor de lezer. Het stalen hek schoof open en hij draaide de dienstauto het parkeerdek op.
…..‘En nu wil je graag dat ik zoveel mogelijk te weten kom over die aanslag.’
…..Maarten glimlachte.
…..‘Ik beloof je dat ik zo snel mogelijk opening van zaken zal geven. Dank alvast.’
…..Maarten bedacht dat hij dat al eerder had beloofd. Ze liepen zwijgend naar de achteringang.
…..‘Waar was je eigenlijk?
…..‘Wanneer?’
…..‘Gisteren, vanochtend.’
…..‘Op en neer naar Parijs. Opera. Doe ik af en toe, als tegenwicht.’______

Heb je van dit verhaal zin gekregen om zelf te gaan schrijven? Dan is een cursus Thriller schrijven iets voor jou. Eric Oosthoek kreeg o.a. begeleiding van Editio’s Charles den Tex.