Erik Kaptein publiceerde zijn boek na de cursus ‘Filosofisch schrijven’ van ISVW en Editio

De cursus ‘Filosofisch schrijven’, een samenwerking van Editio en de Internationale School Voor Wijsbegeerte (ISVW), was voor Erik Kaptein precies het zetje dat hij nodig had om zijn ideeën voor een boek vorm te geven en uit te werken.

 

Je bent landschapsarchitect en daar zal je het druk mee hebben! Hoe raakte je aan het schrijven?

‘Als landschapsarchitect moet je (helaas) veel beleidsadviezen, collegenota’s, raadsvoorstellen, vergunningaanvragen, etc. schrijven. Je krijgt geen plan van de grond zonder een goed geschreven toelichting. Er zijn immers veel mensen die geen plankaart kunnen lezen. Schrijven is dus iets wat ik mijn hele loopbaan heb gedaan, in die vorm. Maar mijn intrinsieke motivatie voor het schrijven van een boek? Die kan misschien het best weergegeven worden aan de hand van de onderstaande foto: daar ligt mijn boek in het midden van de etalage van boekhandel De Tribune in Maastricht, mijn favoriete boekhandel. Overal stapels boeken op het gebied van literatuur en poëzie, kunst en architectuur, filosofie, natuur en reizen: van die rijkdom wilde ik ook deel uitmaken.’

In 2019 volgde je de cursus ‘Filosofisch schrijven’ van ISVW i.s.m. Editio. Welke rol speelde die cursus in de realisatie van je boek?

‘De cursus voorzag in een behoefte op dat moment. Een zelfstandig beroep, ook al is het minder goed betaald, blijft altijd aantrekkelijk. Neem nu de coronatijd (die we nu hopelijk achter de rug hebben!): dat is een prima periode voor een zelfstandig beroep waarmee je de vrijgekomen tijd kunt invullen. Zo kwam het schrijven van een boek voor mij in beeld. De cursus gaf goed inzicht in wat er allemaal komt kijken bij het uitbrengen van een boek. Dat proces op zich is al interessant en waardevol: als schrijver werk je voor “het idee” en ben je in dienst van de lezer.’

Waar gaat je boek over en waar kwam je inspiratie vandaan?

‘Frustratie is de beste bron van inspiratie. In mijn beroepspraktijk werd ik voortdurend geconfronteerd met het feit dat landschap en de levende natuur vrijwel altijd aan het kortste eind trokken. De aanpak van de sterk verminderde biodiversiteit op aarde is een groot vraagstuk met een simpel antwoord: geef de levende natuur (bestaans)recht. Wij als burgers hebben dat ook nog maar 230 jaar geleden (als derde stand tijdens de Franse Revolutie van 1789) afgedwongen en zijn er sindsdien niet minder van geworden. De wereldbevolking vertienvoudigde en we staan nu voor de opgave om ook de vierde stand bestaansrecht te verlenen. Net als de lijfeigenen en horigen van toen. Want wat is ons recht waard, als het leven zelf geen rechten heeft? Het gedachtegoed van de kerk en de filosofen waarop ons rechtssysteem en staatsbestel zijn gefundeerd, dragen op geen enkele wijze meer bij aan het oplossen van de actuele maatschappelijke vraagstukken.’

Het schrijven van non-fictie vereist andere vaardigheden dan het schrijven van fictie, zoals het doen van uitgebreid onderzoek. Hoe heb je dit ervaren?

‘De volledige naam van de cursus luidde: Filosofisch schrijven: fictie/non-fictie. De tutor, Marc van Dijk, stimuleerde me om voor een verzonnen verhaal te kiezen. Dus schreef ik in vier maanden tijd een roman van ongeveer 100 bladzijden. Die versie werd vervolgens tot de grond toe afgebroken, waarna ik geheel ontnuchterd opnieuw aan de slag ging, maar dan in essay-vorm. Het schrijven van non-fictie brengt met zich mee dat je  bronnen, citaten van anderen, voorbeelden en afbeeldingen moet zoeken en daar natuurlijk ook verantwoording over moet afleggen (niet per se een leuke bijkomstigheid!). In het geval van fictie draait het meer om het scheppen van geloofwaardige karakters en conversaties. Uiteindelijk wilde ik veel te graag mijn punt maken. Daar leende non-fictie zich als genre beter voor.’

Hoe verliep het uitgeefproces na afloop van de cursus?

‘Aan het eind van de cursus kon je je boek-idee pitchen voor ISVW Uitgevers. Die pitch verliep goed; het is mijn vak om plannen te verkopen of te verdedigen voor een volle zaal, en ik vind dat leuk om te doen. Het aanbod van Florian Jacobs van ISVW Uitgevers om het idee voor mijn boek ook daadwerkelijk uit te werken was vervolgens een enorme steun in de rug. Ik heb veel aan zijn support gehad en zou het zonder hem niet tot een goed einde hebben gebracht. Een goede redacteur kijkt niet alleen naar de taal, maar ook naar je betoog. Daarin heb je begeleiding nodig.’

Hoe ziet je schrijfproces of -routine eruit?

‘Ik kan overal schrijven. In de trein, als ik met de hond wandel, in gesprekken met vrienden en zelfs als ik ’s ochtends vroeg wakker wordt. Als je gedachte de vorm aanneemt van een mooie zin, moet je hem natuurlijk wel vastleggen. Maar er komen nog zoveel andere momenten waarop je die zin verder kunt ‘boetseren’. Vaste achtergrondmuziek (night time jazz in mijn geval) droeg bij aan mijn noodzakelijke routine.

Verder heb ik vooral gemerkt: schrijven is een ambacht – je moet (veel) uren maken. Ik wist van tevoren niet dat het zoveel werk zou zijn, dat er zoveel tijd in ging zitten en dat er allemaal fases zijn waar je doorheen moet. Maar dat stelde me niet teleur, het schrijven van een boek is en blijft een interessant proces. Met name aan de inbreng van mijn eindredacteur, Esther de Haas, bewaar ik goede herinneringen. Eindelijk iemand die je van de laatste gedachtekronkels op papier af helpt. Weg ermee!’

Zijn er auteurs die je bij het schrijven van je boek inspireerden of motiveerden?

‘Ik heb veel gehad aan de input van auteur en stedenbouwkundige Carolyn Steel. Ik ken haar persoonlijk en heb met haar gesproken over mijn essay in wording. Ze heeft inhoudelijk waardevolle bijdragen en nuttige topics geleverd. Ook haar boeken Hungry City en Sitopia vormden een inspiratie: haar vertelstijl met een filosofische grondslag, veel inhoudelijke informatie en lezenswaardige anekdotes spreken me zeer aan.’

De onvermijdelijke vraag: heb je al plannen voor een volgend boek?

‘Ik hoop dat dit essay zoveel nieuwe inzichten en ideeën oplevert en voorbrengt dat er een nieuw boek uit voortkomt. Misschien in de vorm van een bloemlezing samen met andere schrijvers, bijvoorbeeld. En natuurlijk blijft het fictieverhaal dat ik naar aanleiding van de cursus in eerste instantie schreef zich aandringen om toch geschreven te worden…’

Heb je een tip voor aspirant-schrijvers?

‘Voorop staat: je moet je idee willen delen met de wereld. Dat kan natuurlijk met alle moderne communicatiemiddelen, maar de boekvorm is en blijft een goed medium om je ideeën over te dragen. Waar je bij het schrijven wel op moet letten is dat de lezer steeds ongeduldiger wordt: als je uitweidt moet dat bijdragen aan de plot of aan je punt. Daarnaast heb ik eigenlijk meer een aanbeveling dan een tip. Marieke Lucas Rijneveld zei eens: “Als ik echt een goede zin geschreven had, liep ik uit puur enthousiasme een paar rondjes om mijn schrijftafel heen.” Dat is het. Zo moet het voelen.’

 

Erik Kaptein werkt als landschapsarchitect voor adviesbureaus en overheden. In 2019 volgde hij de cursus ‘Filosofisch schrijven’, georganiseerd door ISVW in samenwerking met Editio. Zijn boek Rechtsgelijkheid voor de natuur: waarom niet-menselijk leven rechten verdient is in april 2021 uitgegeven door ISVW Uitgevers.