De schrijfplek van.. Maja Robbesom

Maja Robbesom sleepte in 2019 de derde prijs van de Debutantenschrijfwedstrijd in de wacht. Momenteel schrijft ze aan dit bureau aan een roman.  ‘Nu ik jou deze foto stuur realiseer ik me dat het zo niet verder kan: het tafeltje is te klein, ik zit te dicht met mijn ogen op het scherm. Ik ga snel verbetering aanbrengen…’

 


 

Schrijven

 

 

‘Ik ben al geruime tijd bezig met een roman over een meisje zonder vader. Zij gaat nogal gebukt onder zijn afwezigheid en wanneer zij elf jaar oud is en een spelend kind in de zandbak treft dat wél een vader heeft, triggert dat een enorme woede bij haar.’

 


 

Laatst-
gelezen
boek

 

‘Ik heb net een boek van Alex Boogers gelezen: ‘Alleen met de goden.’ Al bij de eerste alinea voel je de krachtige energie van de schrijver. De thema’s: verstoorde relaties, een kansarm milieu en je daar bovenuit vechten, spreken mij enorm aan.

Onlangs haalde ik mijn inspiratie uit het boek van Boogers, en daarvoor uit de boeken die ik toen las. Maar in wezen haal ik overal inspiratie uit: films, toneel… Omdat ik over een ontwricht meisje schrijf, kan ik zelfs uit een lezing van een psychiater op Youtube inspiratie halen.’

 


 

Schrijftip

 

 

‘Een tip voor een beginnend schrijver is heel afgezaagd: gewoon doorgaan. Aan goed schrijven gaat een lang proces vooraf. Daar zit ik zelf ook nog in, maar ben wel veel opgeschoten door er zo intensief mee bezig te zijn.’

 


Fragment

door Maja Robbesom

Ik bekeek hoe die kleine zand tussen haar vingers liet gaan en opeens was het alsof er een injectienaald in mijn lichaam werd gestoken die de boel volspoot met zwarte inkt. De zwartheid verspreidde zich en hechtte aan mijn binnenkant. Organen, spieren, botten; niets bleef onaangetast. Het gif stroomde door me heen en ik spuugde: ‘Hoe heet je.’

Ze leek te bevriezen. Haar vingers haakten aan het zand.

Het gif vrat me weg. Het was zo geconcentreerd. Het gebood me om op te staan en

die kleine bij de nek te pakken, haar hoofd naar het zand te dwingen en te zeggen:     ‘Vreten.’

Ze gilde.

Ik dempte het volume door haar gezicht in het zand te drukken.

‘Kutwijf,’ schreeuwde ik. ‘Kutwijf.’

Maar hoe harder ik haar gezicht neerdrukte, hoe harder het besef dat ik echt geen

vader had.

Toch was ik ’s avonds in bed alweer volgelopen met hoop en verlangen. En in mijn

fantasie boetseerde ik het gezicht van mijn vader: brede jukbeenderen… grote neus… sterke

kaaklijn… Langzaam gleden mijn vingers over het gezicht.

Ik legde het op mijn hart, ik hield het vast en doezelde weg…