Jan van Mersbergen: ‘Het is vooral zaak naar jezelf te kijken, jezelf een spiegel voor houden.’

Onlangs verscheen het nieuwe boek van Editio-tutor Jan van Mersbergen: Mijn pa is nooit alleen. In deze auto-fictieve roman gaat Jan op zoek naar zijn vader die een teruggetrokken leven leidt, in een poging hem te begrijpen. Vorig jaar verscheen bij Cossee al zijn roman Een goede moeder, over de relatie met zijn ex. Editio ging in gesprek over zijn boek, en over zijn keuze voor het schrijven van zulke persoonlijke verhalen.

Allereerst natuurlijk van harte gefeliciteerd met je nieuwe boek. Wat maakt dat je nu steeds persoonlijker boeken gaat schrijven? Naar welke antwoorden ben je op zoek met dit soort verhalen, hoe onderzoek je die?

 

Na negen romans, allemaal echte fictie met zeker autobiografische elementen, was de roman over mijn ex echt noodzaak. Ik zat met dat verhaal, wat natuurlijk ook mijn verhaal is, en dat heb ik vrij vlot geschreven nadat ik alle hulp van instanties had stopgezet. Ik wilde zoeken naar wat er verloren was gegaan en hoe dit zo mis heeft kunnen lopen, voor haar en voor mij. Een vriendin van me zei dat ik er een liefdesverhaal van moest maken, want zo begon het. Dat was moeilijk en daar had ik totaal geen zin in, maar dat was wel de opdracht.

Het boek over mijn vader begon met een vraag van uitgeverij Lebowski, destijds Oscar van Gelderen, of ik een boek wilde schrijven over iemand die ik bewonder. Ze hebben al een aantal van die boeken in een reeks, onder andere over de voetballer Nouri en Vlaams zanger Luc de Vos. Ik wilde over mijn vader schrijven en ik zocht een kapstok voor dit verhaal. Mijn pa heeft lang teruggetrokken geleefd, vergelijkbaar met kluizenaars, maar hij heeft mijn moeder en mijn broer en mij daarin meegenomen. Ik had dat zelf graag anders gezien, ik sta heel anders in het leven. Dat wilde ik onderzoeken.

 

Vind je het moeilijk om over mensen te schrijven die zo dichtbij staan en ook nog leven?

Het is zeker lastig, bij iedere bewering denk je: dit gaan ze niet leuk vinden. Het is een kwestie van stellig zijn, duidelijk, en bij jezelf blijven. Die twee boeken zijn, zoals gezegd, vooral mijn verhaal. Veel lezers vinden het moeilijk dat ik over mijn ex een boek heb geschreven, want dan kan iedereen lezen hoe zij eraan toe is, ze heeft behoorlijke psychische problemen. Wat daarin vergeten wordt is dat haar problemen vreselijk veel impact hebben op andere mensen, op onze kinderen, op de familie, op mij. Daar wordt nooit naar gevraagd, ook niet door al die hulpinstanties, terwijl dat wel de mensen zijn die mijn ex uiteindelijk overeind houden en die voor vijfennegentig procent de schade, die door haar veroorzaakt wordt, opvangen. Slachtofferschap is gemakkelijk, en het is hard om dat te benoemen als daderschap, toch geeft dat een veel completer beeld. Het was  nooit zaak mijn ex af te vallen, wel om die andere kant van het verhaal te laten zien. Zij, en mensen die dat moeilijk vinden houden zich blind voor die keerzijde, en uiteindelijk schiet niemand daar iets mee op, ook ik als schrijver niet.

Heb je zelf autofictie-schrijvers die je bewondert, of die je inspireren?

Er zijn een paar biografieën die ik lang geleden graag las, onder andere van Victor Bockris die heel goed is, en ik vind Joris van Casteren erg goed schrijven, bijvoorbeeld over de eenzame uitvaarten. Mijn favoriete onderzoeksboek is erg literair: James Agee en Walker Evans  Laat ons nu vermaarde mannen prijzen. Dat is een boek om lukraak open te slaan, twee regels te lezen en weer netjes in de kast te zetten, zo’n schoonheid.

Heb je een advies voor schrijvers die over gevoelige en persoonlijke onderwerpen willen schrijven? Wat heb je nodig als schrijver om dit te kunnen?

In principe mag je alles schrijven, als je maar geen mensen vals beschuldigt, of sowieso beschuldigt. Dat heeft geen zin. Het is vooral zaak naar jezelf te kijken, jezelf een spiegel voor te houden. Alleen dan wordt het een compleet verhaal. De lezer moet weten wat er in de persoonlijkheid van de schrijver ligt als vertelmotief. Sla je dat over, dan heb je een leeg boek. Verder: toch echt hard zijn en niet te veel aan de reactie van anderen denken.