Schrappen kun je leren

Willem Elsschot zei het al in zijn inleiding bij ‘Kaas’: ‘Wat niet nodig is dient geweerd te worden en waar het met één personage kan is een menigte overbodig.’
Met schrappen kun je niet vroeg genoeg beginnen, het beste maar direct bij de opzet van je verhaal of roman. Weg met de proloog, dus. Prologen zijn woordvormige aanhangsels die buiten het eigenlijke verhaal staan – als het niet zo was, hadden ze wel hoofdstuk geheten.
Veel beginnende schrijvers denken dat er van alles en nog wat ingeleid, toegelicht en uitgelegd moet worden. Het valt hun zwaar met de deur in huis te vallen. En toch is dit wat moet gebeuren als je een verhaal schrijft: de lezer direct met zijn neus op de feiten drukken,vol in het diepe gooien en middenin de situatie zetten, zonder overbodige uitleg.
Het boekje ‘Schrijven is schrappen’ van Hans Hogenkamp gaat van groot naar klein: beginnend met de structuur en compositie, dan langs scènes en fragmenten afdalend naar het niveau van de afzonderlijke zin.
Zoals Elsschot het al formuleerde: alle verhaallijnen die niet functioneel zijn en scènes die de plot niet vooruit helpen, kunnen weg. Daarvoor vind je hier een aantal bruikbare tips, die voorzien van een streepje in de kantlijn onder de aandacht worden gebracht.
‘Besef dat de uitwerking van een idee altijd meer pagina’s vergt dan je denkt en dat je je dus gerust kunt beperken in de hoeveelheid verwikkelingen die je introduceert.’ En: ‘Verspil geen woorden aan het aannemelijk maken van je verhaalgegeven,. Ieder verhaal heeft zijn eigen axioma’s.
Het komt er op neer dat je moet begrijpen dat een roman of literair verhaal geen weerslag is van de werkelijkheid. Het is stilering. En daarom schrap je dus ook personages die er alleen toe dienen om je hoofdpersoon in te bedden in een ‘normale’ sociale omgeving.’
Schrijven is schrappen is een prima spiegel voor elke beginnende schrijver.
Hans Hogenkamp: ‘Schrijven is schrappen’, Atlas Contact Schrijfbibliotheek € 12,50