Interview met Dennis Meyer: “Ik wist dat ik een stap verder wilde zetten maar dat in mijn eentje niet kon.”

Dennis Meyer volgde de cursus Fictie III onder leiding van Pauline Slot. Naast zijn werk als freelance schrijver, is hij hard bezig aan zijn manuscript. Wij belden naar Berlijn om hem enkele vragen te stellen over zijn ervaringen met Editio, zijn ambities en zijn werk als freelance schrijver

Zo zo, Berlijn! Vertel eens?

Ik ben op het moment aan mijn boek aan het werken. Soms is het dan fijn om alles even achter te laten en naar het buitenland te gaan. Vaak kom ik dan uit in Berlijn. Ik heb een theaterachtergrond en ik ben altijd verzot geweest op het Duitse theater. Berlijn is daarom altijd een interessante stad voor mij geweest.

 

Hoe ben je bij Editio terechtgekomen?

Een vriendin van me die vaak mijn eerste versies leest, kende Editio. Ik wist dat ik een stap verder wilde zetten maar dat in mijn eentje niet kon. Ik vond een online schrijfcursus een handige manier om verder te komen. Eerst heb ik bij Editio advies gevraagd over één hoofdstuk. Een van de dingen die me toen werden gezegd was dat het me zou helpen om Fictie III te volgen, omdat je daar met eigen materiaal werkt maar nog wel aan het leren bent. Pauline [Slot, red.] las en reageerde iedere week op materiaal dat ik schreef, daar heb ik veel aan gehad.

 

Je zei dat je op het moment aan een boek werkt.

Ja, ik ben nu hard aan het schrijven en op zoek naar een uitgever. Vooral dat laatste valt nog niet mee, maar het is van cruciaal belang voor me. Ik loop al mijn hele leven rond met het idee om een roman te schrijven geïnspireerd op de geschiedenis van mijn vader. Mijn vader is half-Nederlands, half-Indonesisch, geboren in Indonesië. Hij zat bij het Nederlandse leger en vocht in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Na WOII is hij naar Nederland gekomen voor een militaire opleiding, daarna heeft hij in de Onafhankelijkheidsoorlog gevochten – aan Nederlandse zijde, niet in het KNIL maar bij de Koninklijke Landmacht. Zelf ben ik opgegroeid in de tijd van de demonstraties tegen de neutronenbom, de Vietnamoorlog. Oorlog is iets wat me altijd geboeid heeft en waar ik een dubbelzinnige houding tegenover heb, ook omdat mijn vader in het leger zat. Ik heb hem daarom heel vaak gevraagd hoe het kwam dat hij in Indonesië tegen zijn eigen volk gevochten heeft. Het boek dat ik nu schrijf gaat over een zoon die zijn vader ter verantwoording roept en over het zwijgen over die oorlog.

 

“Laat je eigen verhalen aan anderen lezen. Begin veilig met een paar kritische lezers uit je vriendenkring.”

 

Schrijf je al lang?

Ik heb van jongs af aan altijd al geschreven. Na mijn studie Nederlands ben ik in het theater terechtgekomen, aanvankelijk als toneelschrijver, daarna in de artistieke leiding en als dramaturg. Een aantal jaar geleden ben ik freelancer geworden om niet meer gebonden te zijn aan een vaste baan. Schrijven is toen teruggekomen, maar nu wilde ik alleen verantwoordelijk zijn voor het eindproduct. Bij een toneeltekst ben je afhankelijk van anderen wat er op de planken komt, over mijn boek heb ik de volledige regie.

 

Wat zijn op schrijfgebied je dromen, plannen, of ambities?

Ik merk steeds meer dat ik wil en zelfs moet schrijven. In het schrijven komen een aantal dingen bij elkaar die ik anders niet volledig lijk mee te maken. Ik wil het schrijven daarom meer ruimte geven. Mijn boek wil ik absoluut uitgeven, ik wil dat het gelezen wordt. Daar moet dus een uitgever bij betrokken worden en ik doe er alles aan om het boek zo goed mogelijk te maken. Daarna wil ik graag door om me te ontwikkelen, te leren en uiteindelijk een nieuw boek te schrijven. Of dat een volwaardige nieuwe carrière kan worden, weet ik niet.

 

Wie zijn je voorbeelden?

Ik heb net Een klein leven van Hanya Yanagihara uit, daar ben ik echt van overdonderd. De schrijfster zorgt ervoor dat je zo dicht op de huid van de personages zit dat je alles wat ze ervaren helemaal meevoelt. Dat vond ik indrukwekkend en het is heel interessant om te onderzoeken hoe het boek technisch in elkaar zit. Ik lees altijd al vrij analytisch, ook door die studie Nederlands, maar de laatste tijd nog meer vanwege die schrijfcursus en de ontwikkeling die je daar doormaakt. Ik ben veel bezig met perspectief. Yanagihara tart de wetten van het perspectief, maar heeft ondanks dat een geweldig boek geschreven.

Verder ben ik een groot fan van het werk van Karl Ove Knausgaard. De eerste Nederlandse vertalingen van zijn werk kwamen uit toen ik juist begon met schrijven en ik was erg onder de indruk. En Ilja Leonard Pfeiffer, dat vind ik een woordgoochelaar. Geweldig hoe hij zinnen maakt.

 

Heb je tips voor anderen die beter willen schrijven?

Om beter te schrijven moet je veel en analytisch lezen: boeken uitpluizen, blijven vragen “hoe zit dat dan?” Laat je eigen verhalen aan anderen lezen. Begin veilig met een paar kritische lezers uit je vriendenkring. Kijk hoe ze reageren en wat dat zegt over jou als schrijver, maar ga daarna verder en toon je werk ook aan lezers van buiten je eigen omgeving. Dat helpt je kritisch te kijken.

 

Het belangrijkste is uiteindelijk het verhaal dat je te vertellen hebt. De stijl en de vorm kun je ontwikkelen, maar het verhaal dat je vertelt moet voor jou van belang zijn, het moet van diep komen.

Interview met cursist Merel de Jong over de cursus Non-Fictieverhaal

Verdieping / 10 mei 2017

Interview met cursiste Laura te Hennepe: ‘Nu zeg ik gewoon: Ik ga een boek schrijven!’

Verdieping / 26 april 2017

Ervaring van cursist Walter Koppe

Podium / 10 oktober 2016